30/08/2019

Vlaamse rechtbanken maken eindelijk (serieus) werk van bemiddeling. Pilootproject van start vanaf 1 september ’19. Eindelijk op goede weg ?

De ondernemingsrechtbanken en de balies van West- en Oost-Vlaanderen sloten per 20 juni ’19 een samenwerkingsovereenkomst af om de minnelijke oplossing van geschillen te bevorderen.

 

Meer nog dan vroeger zal,  bij de start van iedere gerechtelijke procedure, door de inleidingskamer nagespeurd worden in hoeverre het geschil ‘bemiddelbaar’ is of niet. 

 

In het protocol worden hiertoe ‘selectiecriteria’ vermeld, waaronder :

 

  • Zorg om het behoud van lange termijn relaties tussen partijen
  • Nood aan behoud van vertrouwelijk karakter van bepaalde gegevens
  • Grote complexiteit
  • Bewijsmoeilijkheden
  • Kostenoverwegingen, in het bijzonder voor geschillen van geringe waarde
  • Behoefte aan snelle afhandeling
  • Meerpartijenverhouding

 

Deze criteria sluiten eigenlijk meteen een aantal van de belangrijkste voordelen van bemiddeling in.

 

In bevestigend geval zal de zaak verwezen worden naar een zogenaamde ‘schikkingskamer’ en zal, behoudens andersluidend akkoord van partijen, een bemiddelaar aangeduid worden uit de lijst van erkende bemiddelaars (zie www.fbc-cfm.be/nl).

 

Zo de rechtbank dit nodig acht, zal zij ook de persoonlijke aanwezigheid van partijen kunnen bevelen, waarbij zelfs niets belet dat deze kamer ook zelf een verzoeningspoging kan ondernemen.

 

Wij lezen in het protocol : “De balies Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen en de ondernemingsrechtbank Gent zijn het er verder over eens dat in bepaalde zaken een tussen partijen onderhandelde oplossing een meerwaarde kan hebben tegenover een door de rechtbank opgelegde beslissing omdat zo een passende en vooral duurzame oplossing kan worden bereikt.”

 

Het is inderdaad zo dat een akkoord dat tussen partijen tot stand gekomen is via bemiddeling en/of onderhandeling door deze partijen doorgaans ook sponta(a)n(er) zal gehonoreerd worden, eerder dan een gerechtelijke beslissing waartegen desgevallend nog hoger beroep mogelijk is, of erger, in de praktijk onuitvoerbaar zou blijken.

 

In het protocol worden echter ook een aantal ‘tegenindicaties’ gegeven, zoals :

 

  • Nood aan publiciteit of precedent in hoofde van een partij
  • Het volkomen afwezig zijn van de wens van partijen om tot een onderhandelde oplossing te komen
  • Manifeste kwade trouw
  • Al te rancuneuze houding tussen partijen
  • Eerdere mislukte pogingen om tot een minnelijke oplossing te komen

 

Weet in elk geval dat het sowieso tot de taak van de (erkende) bemiddelaar behoort om zich ook tijdens het traject te blijven vergewissen van het ‘commitment’ en de goede trouw van de partijen aanwezig aan zijn of haar tafel.  Indien dit ‘commitment’ er niet (meer) is, zal de bemiddelaar het traject onmiddellijk kunnen stopzetten. 

 

Ook zal een (erkend) bemiddelaar voortdurend alert zijn voor gebeurlijke verborgen agenda’s die een partij zou hebben. Bijvoorbeeld indien het een partij louter te doen zou zijn om de bemiddeling aan te grijpen om op die manier (gevoelige) informatie van de andere partij te ontfutselen.  In voorkomend geval zal een goede bemiddelaar de betrokken partij waarschuwen en desgevallend de bemiddeling (moeten) stopzetten (wegens gebrek aan ‘commitment’).

 

Weet dat uw advocaat u steeds kan, en mag, bijstaan tijdens het bemiddelingstraject. 

 

De evaluatie van het project is voorzien in mei ’20.

 

We zijn (eindelijk) op goede weg.

 

Echtcheidingsplanners.be houdt kwaliteit hoog in het vaandel. Elk van de aangesloten advocaten zijn derhalve erkend bemiddelaar.