15/05/2018

Wat is de echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting (E.O.O.)?

Onherstelbare ontwrichting van het huwelijk.

Wanneer u niet tot een algeheel echtscheidingsakkoord komt, kan u niet "door onderlinge toestemming" uit de echt scheiden (E.O.T.).  In dergelijke gevallen kan u er aan denken om uit de echt te scheiden via een andere procedure: de echtscheidingsprocedure op grond van "onherstelbare ontwrichting van het huwelijk". Ook al heb je met je ex-partner slechts een gedeeltelijk akkoord, of heb je zelfs geen akkoord, dan nog moet de Rechter de echtscheiding uitspreken wanneer hij vaststelt dat het huwelijk onherstelbaar is ontwricht.

Maar wat is “de onherstelbare ontwrichting van het huwelijk”? In de wet lezen we dat het huwelijk onherstelbaar ontwricht is “wanneer de voortzetting van het samenleven tussen de echtgenoten en de hervatting ervan redelijkerwijs onmogelijk is geworden ingevolge die ontwrichting” (art. 229 § 1 BW).  We worden hiervan niet veel wijzer.

De onherstelbare ontwrichting van het huwelijk is een grond tot echtscheiding die verschillende vormen kan aannemen. De wet maakt een onderscheid tussen de hypothese dat één van de echtgenoten de echtscheiding vraagt en de hypothese dat de beide echtgenoten gezamenlijk de echtscheiding vorderen.

De onherstelbare ontwrichting telt drie verschijningsvormen. Al naar het geval verschillen de termijnen en de voorwaarden. Wat zijn de mogelijkheden?

Concrete feiten die wijzen op de onherstelbare ontwrichting van het huwelijk (229 BW, §1 BW).

Een eerste verschijningsvorm van de E.O.O. is de zogenaamde de plano-echtscheiding: de echtscheiding wordt onmiddellijk, op de inleidende zitting, uitgesproken, op vordering van de ene echtgenoot, en op basis van concrete fouten van de ene of de andere echtgenoot. Het bewijs van deze ontwrichting kan met alle wettelijke middelen worden geleverd.

In de rechtspraak zijn er vele voorbeelden terug te vinden, zoals:

  • Overspel; 
  • Geweldplegingen;
  • Verlaten van de echtelijke woning;
  • De verstoting door de man van zijn vrouw in het buitenland zonder dat de vrouw aanwezig was;
  • ...

De echtgenoot dient de feiten die de onherstelbare ontwrichting betekenen, te bewijzen. Wist-je-dat-je?  Ook het eigen overspel kan het bestaan van de ontwrichting bewijzen! Thans zien we in de praktijk dat de de plano-echtscheiding eerder een uitzondering is geworden, en dit wegens het succes van de andere verschijningsvormen. 

Op gezamenlijk verzoek van beide echtgenoten (art. 229 BW, §2 BW).

Deze tweede verschijningsvorm komt in de praktijk zeer vaak voor. Wanneer de aanvraag gezamenlijk wordt gedaan door de twee echtgenoten, moet de rechter de echtscheiding uitspreken wanneer de echtgenoten op ogenblik van verschijning voor de rechtbank minstens zes maanden feitelijk gescheiden zijn.

Er zijn dus twee voorwaarden aan dit principe verbonden: de feitelijke scheiding van meer dan zes maanden en het akkoord van beide echtgenoten om te scheiden.

De feitelijke scheiding mag bewezen worden met alle middelen van recht. De gemakkelijkste manier is het bewijs aan de hand van een uittreksel uit het register van de burgerlijke stand waaruit blijkt dat de echtgenoten meer dan zes maanden op een ander adres staan ingeschreven. In sommige gevallen kan men ook de feitelijke scheiding bewijzen aan de hand van een huurovereenkomst, facturen van elektriciteit en water, doch inschrijving op een ander adres is het meest sluitende bewijs van de feitelijke scheiding.

Indien de echtgenoten op het ogenblik van de verschijning voor de rechtbank nog niet sinds minstens zes maanden feitelijk gescheiden leven (of deze niet bewezen is), dan kunnen de gezamenlijke echtgenoten de echtscheiding bekomen indien beide echtgenoten tot twee maal toe met een tussenperiode van minstens drie maanden hun wil tot scheiden hebben uitgedrukt. Dit is het zogenaamde “herhaald verzoek”.

Merk op: bij deze echtscheidingsgronden is de wil tot scheiden bij beide partijen aanwezig!

Feitelijke scheiding van één jaar (art. 229, §3 BW).

De onherstelbare ontwrichting bestaat ook wanneer de aanvraag wordt gedaan door één enkele echtgenoot na meer dan één jaar feitelijke scheiding.

Indien één van de echtgenoten de echtscheiding vordert en de andere echtgenoot gaat hiermee niet akkoord, zal de rechtbank de echtscheiding toch onmiddellijk uitspreken bij aangetoonde één jaar feitelijke scheiding.

Wanneer de echtgenoten nog niet minstens één jaar feitelijk gescheiden leven of deze minimale duur staat niet vast, dan stelt de rechtbank een tweede zitting vast hetzij onmiddellijk volgende op de termijn van één jaar feitelijke scheiding, hetzij op een termijn van één jaar na de eerste zitting (art. 1255, § 2, 2de lid Ger.W.).

Een echtgenoot kan de tegen hem of haar gevorderde echtscheiding dus maximum één jaar tegenhouden. 

Welke vorm van E.O.O. kiezen?

Naargelang uw situatie is het van belang om de juiste vorm van echtscheiding door onherstelbare ontwrichting te kiezen. Soms heeft men er belang bij om de echtscheidingsprocedure zo kort mogelijk te houden, om bijvoorbeeld de periode van het onderhoudsgeld tijdens de echtscheidingsprocedure zo kort mogelijk te houden, of juist niet. Anderzijds kan het in uw belang zijn om de echtscheiding nog even uit te stellen, bijvoorbeeld omdat u nog gelooft in een verzoening.  Belangrijk is te weten of en hoe lang echtgenoten al feitelijk gescheiden leven.

Stel dat partijen op de inleidende zitting nog niet feitelijk gescheiden leven, dan is de snelste weg naar een echtscheiding het herhaald verzoek: 

  1. Op de inleidende zitting gaan beide partijen akkoord met de echtscheiding 
  2. Wachttijd van drie maanden
  3. Herhaald verzoek van beide partijen tot echtscheiding
  4. Echtscheiding wordt uitgesproken.

Indien partijen op het ogenblik van de inleidende zitting meer dan zes maanden feitelijk gescheiden leven en beiden de wens tot echtscheiding uitdrukken, kan de echtscheiding op de inleidende zitting worden uitgesproken.

Het wordt echter moeilijk indien partijen nog geen zes maanden feitelijk gescheiden leven. In dergelijk geval zal goed moeten nagaan wat de gemakkelijkste weg tot een echtscheiding is: het herhaald verzoek of de feitelijke scheiding van zes maanden.

Stel: u bent vijf maanden feitelijk gescheiden op de inleidende zitting. In dit geval kan de rechter een nieuwe datum vaststellen één maand na de feitelijke scheiding. U kiest in dat geval voor de echtscheiding op grond van zes maanden feitelijke scheiding.

Bent u echter op de inleidende zitting maar twee maanden feitelijk gescheiden, dan zal u sneller gescheiden zijn via het herhaald verzoek (drie maanden later).