22/05/2018

Mijn man wil co-ouderschap, maar wat betekent dit nu precies?

Over "co-ouderschap" is al heel wat gezegd en geschreven.  Wat betekent "co-ouderschap" nu precies? Vaak wordt de term "co-ouderschap"  verkeerd gebruikt.  Er is een onderscheid tussen enerzijds “gezagsco-ouderschap” en anderzijds “verblijfsco-ouderschap”.  In volksmond spreekt men van "co-ouderschap" als men "verblijfsco-ouderschap" bedoeld. 

Gezagsco-ouderschap.

Gezagsco-ouderschap betekent dat beide ouders het ouderlijk gezag over het kind gezamenlijk uitoefenen. Het ouderlijk gezag omvat een geheel van bevoegdheden van ouders opzichtens hun minderjarige kinderen.   Elke ouder heeft in principe alle bevoegdheden van het ouderlijk gezag.  Het speelt geen rol of de ouders samenleven of apart wonen, gehuwd zijn, wettelijk of feitelijk samenwonend zijn, of gescheiden zijn.

Wanneer de ouders niet met elkaar samenleven, ligt de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag wat moeilijker: de ouders moeten het in voldoende mate eens zijn over de belangrijke aspecten van de opvoeding, de verblijfsregeling,  de opleiding,  de ontspanning, de godsdienstige en levensbeschouwelijke keuzes, enz...

De famielierechtbank kan bij wijze van uitzonderingsregeling de uitoefening van het ouderlijk gezag uitsluitend opdragen aan één van de beide ouders, maar enkel in die gevallen waarin er onvoldoende overeenstemming is tussen de ouders over de hierboven aangehaalde aspecten van de opvoeding van het kind.   In dit geval spreekt men van exclusieve gezagsuitoefening.   De ouder die het ouderlijk gezag niet uitoefent, blijft nog steeds titularis van alle bevoegdheden van het ouderlijk gezag, maar kan deze slechts beperkt uitoefenen.  Zo behoudt hij of zij  het recht op persoonlijk contact met zijn of haar kind, en kan hij of zij toezicht uitoefenen op de opvoeding van het kind, en alle nuttige informatie inwinnen bij de andere ouder of derden (de school, de jeugdbeweging, enz...).

Exclusieve gezagsuitoefening mag niet verward worden met de "ontzetting van het ouderlijk gezag", hetgeen een jeugdbeschermingsmaatregel is, waarbij een ouder bij wijze van sanctie zijn rechten verliest: hij is dan niet langer titularis van het ouderlijk gezag.

Gezagsco-ouderschap heeft ook niets te maken met het verblijf van het kind.  Het betreft de loutere gezamenlijke uitoefening door de ouders van hun ouderlijk gezag.

Verblijfsco-ouderschap.

Verblijfsco-ouderschap is een mogelijke verblijfsregeling tussen ouders die niet meer samenwonen, maar die het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen, waarbij het verblijf van het kind gelijkmatig verdeeld wordt  tussen de beide ouders.  Gelijkmatig betekent wel degelijk gelijk verdeeld.  Verblijfsco-ouderschap houdt in dat  het kind alternerend bij elk van zijn ouders verblijft gedurende strikt gelijke periodes.

In de praktijk wordt het verblijfsco-ouderschap meestal gerealiseerd op basis van een week/week-verblijf, maar ook andere systemen van 50-50 vinden ingang, waarbij rekening kan worden gehouden met de leeftijd van de kinderen of de werksituatie van de ouders.  Bijvoorbeeld: wissel om de twee of drie dagen.  Of maandag tot woensdagmiddag bij de ene ouder, woensdagnamiddag tot vrijdag bij de andere ouder, en de weekends worden verdeeld tussen de beide ouders.  

Bij verblijfsco-ouderschap heeft het kind geen hoofdverblijf of bijkomend verblijf.    Uiteraard kan het kind maar op één adres ingeschreven worden in het bevolkingsregister, maar dit is dan het  administratief adres van het kind, in de zin van art. 36 van het Gerechtelijk Wetboek, en niet de hoofdverblijfplaats van het kind bij verblijfsco-ouderschap.

Uiteraard zijn ouders niet verplicht om een strict gelijk verdeeld verblijf overeen te komen.  Zij kunnen eender welke verblijfsregeling  van gelijke of ongelijke duur overeenkomen, voor zover de regeling niet kennelijk strijdig is met het belang van het kind.   Zo komen verblijfsregelingen van 9-5 (= verblijfsregeling over twee weken, waarbij het kind 9 dagen bij de ene ouder, en 5 dagen bij de andere ouder verblijft) of het klassieke één weekend om de veertien dagen, in de praktijk veelvuldig voor.

Moet de Rechter steeds een gelijk verblijf (verblijfsco-ouderschap) opleggen?

Neen, maar...

Wanneer de ouders het gezag over de kinderen (het kind) gezamenlijk uitoefenen, én één van de ouders dit vraagt, is de Rechter verplicht om bij voorrang de mogelijkheid te onderzoeken om het verblijf van het kind op een gelijkmatige manier tussen de ouders vast te leggen.  De rechter behoudt gelukkig steeds zijn volledige beoordelingsvrijheid om een gelijk verblijf op te leggen of niet!

De Rechter zal niet zomaar over één nacht ijs gaan.  Hij zal steeds op basis van de concrete omstandigheden van de zaak, en voor zover minstens één van beide ouders dit heeft gevraagd, beslissen om een verblijfsco-ouderschap op te leggen.  Indien geen van beide ouders het gelijkmatig verdeeld verblijf  vordert, kan de Rechter dit ook niet opleggen, zelfs niet als beiden afzonderlijk het hoofdverblijf vorderen.  Centraal staat steeds het belang van het kind (de kinderen)!

  • Contra-indicaties voor een verblijfsco-ouderschap.

In de wet werd er geen lijst van contra-indicaties voor het verblijfsco-ouderschap opgenomen.  In de praktijk komen de volgende tegenaanwijzingen veelvuldig voor:

  1. de jonge leeftijd van de kinderen;
  2. de grote afstand tussen de woningen van de beide ouders ;
  3. het verschil in opvoedingskwaliteiten en betrokkenheid van de ouders;
  4. de feitelijke beschikbaarheid van de ouders;
  5. de band tussen ouders en kinderen;
  6. de wens van de kinderen zelf.

Zowel wanneer de Rechter kiest voor een verblijfsco-ouderschap, als in de gevallen waarin hij een verblijfsregeling oplegt die niet gelijk is, dient hij zijn keuze bijzonder te motiveren.